compositie,  kleur,  naaien,  textiel

Mijn ‘Scraps’ serie

Nu ik een tijdje met stof bezig ben, krijg ik steeds meer restjes. Die kan ik niet weggooien, want juist dat zijn vaak hele mooie vormen. Soms zijn het stoffen waar al iets op geborduurd of op gedrukt is, maar waar ik nog niets mee gedaan heb, soms stukjes die ik ergens uitgeknipt heb. Regelmatig snuffel ik tussen al die stukjes en componeer ik die tot kleine (of een beetje grotere) werken. Het zijn er ondertussen zoveel dat ik ze als een serie begin te zien.

Ik begin door een bak met restjes om te kieperen en op zoek te gaan naar dingen die me op dat moment aanspreken. Soms begin ik met op kleur sorteren. Soms is er een bepaald stuk dat mijn aandacht trekt. Soms ben ik op zoek naar stof met een bepaalde uitstraling of naar bijvoorbeeld transparantie. Voor mij zijn deze kleine composities een soort proeftuintjes waarin ik dingetjes kan uitproberen. Wat kan ik meer doen met contrasten? Met borduren? Hoe kan ik andere materialen invoegen?

Ik kan mezelf echt verliezen in het heen en weer schuiven van stofjes totdat ik tevreden ben over de compositie. Soms begin ik met een stuk effen stof als versteviging, soms komt dat er pas later achter. Al bouwende raak ik vaak de tijd kwijt. Het is een manier van bezig zijn die vooral vanuit mijn ogen en mijn handen tot stand komt. Ik denk er weinig bij na, maar doe gewoon.

Als ik tevreden ben, dan speld ik alles vast en dan komt het op de ‘in elkaar te naaien’ stapel (waar ik al eens een blog over schreef).  Sommigen blijven daar hangen. Dan kies ik steeds een ander project om eerst te naaien. Dat is slecht nieuws. Dan haal ik de spelden er weer uit en gaan de restjes terug in de doos. Blijkbaar was het toch niet interessant genoeg. Anderen daar blijf ik aan werken tot ik het klaar vind. Ik knip ze door, naai er iets anders overheen of maak er een gat in. Soms ook gewoon om mezelf uit te dagen om iets anders te proberen.  

Ik had de neiging om deze werken niet als volwaardig te zien. Te klein, te plat, te veel op gevoel gemaakt, een te veilige plek om echt kunst te zijn. Meer een vingeroefening: meer schetsen dan het ECHTE werk. En soms voelt het alsof ik met deze scraps serie mezelf afleid van het maken van grotere, ingewikkeldere dingen.

Maar daarmee doe ik ze te kort. Omdat iets klein is, betekent dat niet dat het geen kunst kan zijn. Je hebt werk in verschillende maten (weer een ander blog dat ik al geschreven heb. Dat krijg je als je er al ruim 380 hebt geschreven) en er is niets mis met op gevoel werken. En ik maak ze ook helemaal niet alleen op gevoel. Ik kijk veel, schuif veel en verander tot ik tevreden ben. Plat? Hoezo? Is dat nu zo’n probleem? Niet alles hoeft 3D te zijn.

Van de week heb ik nog een extra bestaansreden van deze scraps gevonden. Ik probeerde in mijn hoofd een nieuw 3D werk bij elkaar te verzinnen. Dat liep stroef. Ik merkte dat ik weinig uit mijn handen kreeg en steeds minder ging doen. Toen ik mezelf toestond om met de restjes te spelen, ze op kleur te leggen en te kijken wat er zou ontstaan, gingen mijn handen daarna als vanzelf door met het maken van nieuwe D blokken.

Mijn scraps serie is blijkbaar niet alleen een zelfstandig project maar ook een belangrijk onderdeel van mijn werkproces. Het zet me aan.   

One Comment

  • Meta+vermeulen

    Goed bezig lieverd! Je eigen manier vinden en je eigen weg kiezen dat heet zelfvertrouwen!
    Ik vind de scraps mooi! Xxx

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *