Dat kan mijn kleine zusje ook…
Op de leeslijst van de NAU staat Dat kan mijn kleine zusje ook – waarom moderne kunst kunst is van Will Gompertz uit 2012. Het is een van de weinige boeken over kunst dat mijn partner bezit en heeft gelezen. Hij las het met zijn filosofie leesclub als ‘een uitstapje’ en hij vond het goed te pruimen vanwege de prettig ironische toon. Ik begon eraan door de beschikbaarheid (want het was al in huis) en heb het boek met plezier uitgelezen. Het is een prettig leesbare inleiding op c.q. opfrissing van 150 jaar moderne kunst.
Will Gompertz (1965) is geen kleintje in de kunstwereld: hij was zeven jaar directeur van Tate Gallery voordat hij in juni 2021 de artistieke directeur van de Barbican Centre in Londen werd. In dit gerenommeerde kunstinstituut kun je tentoonstellingen bezoeken, maar ook muziek, toneel of film beleven. Hij werkte bij de BBC, schreef voor kranten als The Guardian en The Times voordat hij zich ook aan boeken waagde. Naast Dat kan mijn kleine zusje ook – Waarom moderne kunst kunst is hij heeft ook over creativiteit en het kunstenaarschap geschreven.
Het valt op dat het boek in het Nederlands een veel provocerendere titel heeft gekregen dan het in het Engels heeft. What are you looking at? 150 years of Modern Art in the Blink of an Eye is een veel neutralere titel. Dat zusje (of een kind van vier) is de dooddoener waarmee moderne kunst naar de achterbank gebonjourd wordt door mensen die niets van kunst begrijpen. Er bestaat gewoon een groot verschil tussen iets BEWUST doen of omdat je vier bent. Maar eerlijk is eerlijk: ik denk niet dat het de filosofische leesclub had gehaald zonder die titel en de buzz die ermee gepaard ging.
De achterflap: ‘Iedereen die wel eens een museum met moderne kunst binnen loopt zal de vraag herkennen: waarom is dit kunst?… Wil Gompertz prikt het pretentieuze kunstidioom door en geeft op heldere wijze antwoordt op deze belangrijke vraag. Waarom wordt een onopgemaakt bed als kunst tentoongesteld? Waarom is een uitvergroot roze opblaasbaar varken zo veel geld waard?’
Tijdens mijn studie kunstgeschiedenis vond ik de ‘wat is kunst’ vraag erg lastig. Ik moest daar hele boeken over lezen en dat vooral onleesbare filosofische teksten. Niet om door te komen, laat staan te begrijpen. Daarna ben ik altijd voor ‘als de maker het kunst noemt, is het kunst’ gegaan. Dat is een heerlijk veilig antwoord.
Sinds ik zelf schilder, kom ik daar een beetje van terug. Ik vind niet alles wat ik maak per definitie kunst, ook niet nu ik mezelf wel steeds ietsje harder een kunstenaar in wording durf te noemen. Ik maak nog steeds zeer regelmatig dingen, waar ik zelf van zeg: leuk geprobeerd, maar huisvlijt, geknutsel of handvaardigheid. Maar ik heb ook steeds meer een mening over wat ik van anderen op Instagram of Facebook en zelfs in musea zie. Niet alles wat iedereen maakt en zelf kunst noemt is dat ook werkelijk.
Gompertz gaat niet uitgebreid in op deze vragen. Zijn aanpak is meer: als je begrijpt hoe moderne kunst tot stand gekomen is, ga je het beter begrijpen en met begrip komt waardering. Hij gaat gewoon chronologisch de moderne kunst door vanaf de impressionisten tot Ai Wei Wei en vertelt wat voor keuzes de kunstenaars gemaakt hebben en hoe ze tot hun werk gekomen zijn. Welke vraagstukken probeerden ze op te lossen? Wat waren hun beweegredenen? En waarom was dat bijzonder / interessant of baanbrekend?
Ik heb best lang over het boek gedaan. De informatie dichtheid is hoog waardoor ik het – ondanks die prettig leesbare toon – na ieder hoofdstuk even weggelegd heb. Er gebeurt in die anderhalve eeuw ook zoveel op kunstgebied! De ‘ismes’ vliegen om je oren. Er staan wel plaatjes in, maar ik had vaak de behoefte om even de googelen op de namen en kunstwerken die genoemd worden. En als je eenmaal aan het googelen slaat…
Al met al een aan te raden boek voor iedereen die wat meer wil weten over de kunst van de afgelopen anderhalve eeuw. Als je nog twijfelt, kun je onderstaande video bekijken waarin hij zelf zijn boek aanprijst. Ook daar heeft hij geen problemen mee 😉