les,  mind,  NAU,  tekenen

Wat heb ik geleerd van een jaar tekenen op de NAU?

Ondertussen ook de laatste les tekenen bij de NAU gehad. Wel een raar gevoel dat het eerste jaar er alweer bijna op zit. Nog maar één werkbespreking en dan is het zomervakantie. Een goed moment om even voor mezelf op een rijtje te zetten wat de lessen tekenen me gebracht hebben. Ik kom tot de volgende punten:

Concentratie is alles

Onze docent hamert steeds op het belang van concentratie. Je moet met je aandacht bij de lijn zijn die je trekt. Van het moment dat je je pen op het papier zet, tot dat je hem eraf haalt. Honderd procent. Als je dat doet, krijg je ‘jouw persoonlijke’ lijnvoering (hoe die dan ook loopt). Het is van belang dat je je eigen lijn ontwikkelt en neerzet.

Tijdens de eerste les vond ik dit moeilijk te snappen en vooral theorie. Maar gedurende het jaar ben ik het steeds meer gaan voelen. Ik kan beter zien waar ik de concentratie verlies c.q. verloren heb. De lijnen lijken daar meer te zwabberen. Ik heb ook gevoel gekregen voor wanneer mijn concentratie verslapt en wat ik dan moet doen (het papier draaien, op een ander stukje verder gaan, even een pauze inlassen). Het lukt me om me beter en langer te concentreren. Dit alles maakt me zelfverzekerder als ik teken en ook over het resultaat.

Er zit ook schoonheid in nuance en het fragiele

Vorig jaar heb ik bij het Kunstenhuis veel moeite gedaan om steeds groter en sneller te werken, maar dat werkte haast en verlies van eenheid in de hand. Het gaat tegen een deel van mijn persoonlijkheid in. Ik vind het fijn om ergens langere tijd met aandacht aan te werken. En bij de tekenlessen heb ik geleerd dat dat ook zijn waarde heeft.

Je verliezen in details is dan weer niet goed en ‘overwerken’ ligt op de loer dus ik weet nog niet goed hoe ik dit kan integreren in mijn werk. Maar het voelt als een bevrijding te beseffen dat dit er ook mag zijn.

Ik houd van structuren

Ik heb veel plezier gehad tijdens de les waarin we verschillende structuren en technieken door elkaar moesten gebruiken. Ik vind het heerlijk om me te verliezen in het zetten van lijntjes of bolletjes. Zo fascinerend dat ze altijd net weer wat anders zijn en dat het zoveel uitmaakt hoe je je papier houdt. Voor mij ook een reden om grafiek te onderzoeken, omdat ik denk dat daar veel  ruimte is voor dit soort meditatief werk.

Tijdens de les kregen we het idee aangereikt dat je, door op deze manier schetsen te maken, een schilderij op een lossere manier kunt aanvliegen. Doordat je al meer verschil hebt aangebracht in de behandeling van verschillende elementen, is het makkelijker om dat bij een schilderij door te zetten. Ik heb dat uitgeprobeerd met mijn serie over de twee bomen en ik was niet ontevreden. Hier kan ik nog veel meer mee. Het geeft gelijk ook meer afstand van de oorspronkelijk foto ook in kleurgebruik.  

Zorg dat variaties echt variaties zijn

Tijdens een van de lessen gingen we met Oost-Indische inkt spelen: verschillende variaties van een bepaalde voorstelling maken om te onderzoeken wat je ermee kon. Ik was best blij met mijn eerste werk. Maar ik zag nog wel wat kleine dingen die anders konden: meer zwart in een bepaalde hoek, een wat langer papier zodat bepaalde lijnen langer zouden worden, wat meer licht in een andere hoek. En zo was ik de hele middag bezig met millimeter werk.

Het resultaat was een aantal tekeningen die wel heel erg op elkaar leken. Ik had niet geprobeerd om het helemaal anders aan te pakken, bleef binnen het format van de eerste tekening. Terwijl: wie weet wat een heel andere aanpak had kunnen opleveren? Een ander kader? Een andere verdeling van licht en donker? Een heel ander onderwerp? Ik blijf het moeilijk vinden om een voorstelling los te laten en een stapje losser met het gegeven om te gaan. Hier liggen groeimogelijkheden.

Uiteindelijk moet je zelf wat kiezen

Tijdens de les waarin we zelfportretten moesten maken, tekende ik een heleboel variaties van mezelf met lang gezicht en opvallend klein rond mondje. Was een leuke middag en ik heb genoten van alle versies. Kan het ook zo? Wat als ik dit of dat nog toevoeg? Een werkwijze die ik ondertussen ook toepas op het werk dat ik thuis maak.

Maar er komt een moment en dan heb je dus tig versies. En dan? Hoe benader je dan al die versies? Ik denk dan: misschien is het uiteindelijke werk wel de combinatie van al die tekeningen. Je hebt vele gezichten. Ik kies niet één zelfportret maar meerdere, die samen de ‘vele facetten’ van mijn persoonlijkheid tonen. Klinkt als een mooi verzonnen tekst om een zwakke plek te  camoufleren…

Ik kan wel allemaal versies neerleggen en dan hopen dat de docent er eentje uitpakt en voor mij aanwijst welke ze het beste vindt, maar uiteindelijk moet ik toch zelf gaan leren om die beslissing te nemen. En daar achter te staan. Ik merk dat ik nog steeds de neiging heb om wenselijke antwoorden te geven als het gaat om wat ik zelf het best geslaagd vind. Vaak weet ik het ook niet. Ik zie wel welke werken ik echt minder vind, maar van anderen zie ik plussen en minnen. En hoe weeg ik die dan tegen elkaar op? Dat moet ik nog uitvinden.

Genoeg aanknopingspunten dus om van de zomer mee te gaan oefenen!

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *