inspiratie,  kunstgeschiedenis,  tentoonstellingen

Universum Max Beckmann

Afgelopen vrijdag bezocht ik de Max Beckmann tentoonstelling in het Kunstmuseum in Den Haag. Hoewel ik het werk van Beckmann best wel ken, bleken er vele hiaten in mijn Beckmann-kennis te zitten (zo blijkt de man in de oorlog in Amsterdam gewoond te hebben!) en vond ik de invalshoek van de tentoonstelling super inspirerend 😊

Het werk van de Duitse schilder Max Beckmann (1884-1950) herken je direct aan de zware donkere lijnen die hij veelvuldig om van alles en nog wat heen zet. Hij schildert veel toneelspelers, groteske koppen en het moderne uitgaansleven. We rekenen zijn werk vaak tot het expressionisme al voelde hij zich zelf niet met hen verwant. Hij noemde het behangsel. Decoratief, dus: vorm zonder inhoud.’

Deze tentoonstelling onderzoekt het oeuvre van Beckmann aan de hand van zijn verbeelding van de ruimte. In eerste instantie vond ik dat een beetje een gezochte invalshoek omdat iedere figuratief schilderende kunstenaar ook de ruimte verbeeld (of juist helemaal niet, wat dan ook weer een invalshoek kan zijn😉), maar al kijkende en zaalteksten lezende, kwam ik erachter dat het voor Beckmann meer dan dat is.

Al vroeg in zijn werkende leven schrijft Beckmann: ‘het is vreemd, ik zou graag voor mijzelf een paar dingen willen opschrijven die me zo boeien aan mijn werk, maar ik kan daar helemaal niets over vertellen. Ja, toch wel. Ruimte, ruimte, dat wil ik.’ Ruimte of ruimtelijkheid is voor een schilder een belangrijk begrip. Want hoe vertaal de 3D wereld om je heen naar het platte vlak, naar 2D? Wat voor keuzes maak je daarin? Daar was Beckmann dus ook mee bezig! Hij vond diepte belangrijk, want ‘als het beeldvlak slechts gevuld wordt met een tweevoudige ruimtelijke beleving, dan is het resultaat kunstnijverheid en ornament.’

In een ander citaat vind het heel mooi klinken, maar weet niet goed wat ik ermee moet. ‘Ruimte, waarvan de wezenlijke betekenis gelijk is aan individualiteit, of wat mensen God noemen. Want in het begin was er de ruimte, die beangstigende en onvoorstelbare uitvinding van de almachtige. Tijd is een uitvinding van de mens, ruimte is het paleis van de goden.’

Tijdens mijn werkbespreking gaven mijn docenten aan dat mijn werk af en toe best plat is en dat ik altijd een witte of een andere rustige kleur als achtergrond gebruik. Dat kan een keuze zijn, maar behoeft volgens hen nog wel wat extra experiment en onderzoek. Deels doe ik het bewust want daardoor ligt de nadruk duidelijk bij de figuur. Deels ontstaan mijn achtergronden onbewust want op de één of andere manier worden mijn figuren altijd groter en blijft er weinig ruimte over. Ook heb ik de neiging om het klein (want makkelijker?) te houden.

Bij deze tentoonstelling kon ik heel wat inspiratie opdoen voor een interessante vulling van de hele ruimte. Of zoals het in het persbericht staat: ‘Van de vroege monumentale, traditionele composities tot scherpe kaders, hoekig en vervreemdend perspectief, opstapelingen, afsnijdingen en opvallende formaten. Koortsachtige voorstellingen soms, met ontelbaar veel objecten en figuren in vaak afgebakende, benauwende ruimtes.’ Ik denk dat ik tot nu toe zelf alleen ‘afsnijdingen’ gebruik…

Wat ik ook erg interessant vond, waren de etsen van Beckmann. Sowieso dát hij ze maakte (ik heb ook een aquarel, tekeningen, een houtsnede én een beeld gezien) maar ook wáár hij dan etsen van maakte. Beckmann ging vrijwillig in het leger in 1914, maar werd uiteindelijk met een zenuwinzinking ontslagen. Zijn ervaringen verwerkte hij vooral in tekeningen en dus in zijn etsen. Heftig gekraste voorstellingen uit het ziekenhuis.

Ik voel in die etsen zijn pijn en angst. Al weet ik dan weer niet zeker of dat ook is ingegeven doordat ik eerst las dat hij mentaal ingestort het front verlaten heeft. Het etsen lijken hem te helpen in de verwerking, maar ook in de ontwikkeling van zijn kenmerkende stijl met zwarte randen.

Altijd bereid de dingen mijn kant op te vertalen denk ik in de tram terug: ‘Zo zie je maar! Zelfs iemand met zo’n kenmerkende stijl als Max Beckmann heeft gedurende zijn leven verschillende technieken beoefend en het heeft hem gediend! Dus…’  

Voor dit blog heb ik gebruik gemaakt van de uitstekende catalogus die bij de tentoonstelling is verschenen. De citaten die niet al in de tekst worden toegeschreven, komen uit de catalogus. De tentoonstelling is nog t/m 20 mei 2024 te bezoeken, Kunstmuseum, Den Haag, di-zo 11-17 uur, www.kunstmuseum.nl

Bijschrift:
Max Beckmann, Toneelspelers, 1941-42, Olieverf op doek, Harvard Art Museums, Fogg Art Museum, Cambridge, MA. Gift of Lois Orswell, Foto: President and Fellows of Harvard College   

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *