Grafiek

Het leuke van monoprinten is…

Het grafiekjaar begon met zes lessen monoprint. Een monoprint is een druktechniek waarbij slechts één afdruk gemaakt kan worden. Dit is een beetje in tegenstelling tot het hele idee van drukken, omdat dat juist bedoeld is om meerdere afdrukken te kunnen maken. Het blijkt een techniek waar ik blij van word! Je kunt er namelijk makkelijk veel experimenteren 😉

Bij monoprint rol je de inkt op een plastic plaatje. Dat kun je vervolgens bewerken. Je kunt erin tekenen, vormen in leggen of structuren en verschillende tonen in aanbrengen. Dan leg je het onder de drukpers en zie je gelijk resultaat. Je kunt allerlei dingen over elkaar op een papier drukken, afbeeldingen combineren en opbouwen. Sommige monoprints gaan wel tien keer of meer terug onder de pers.

Ik heb veel met stukjes stof gewerkt (textiel kun je ook op verschillende manieren gebruiken in je werk). Verf op het plaatje, stukjes stof daar weer op. De eerste druk geeft dan wat er van het plaatje niet met stof bedekt is. Daarna kan ik de stukjes stof weer ergens anders op drukken. Wat er aan inkt is achtergebleven op het plaatje geeft ook nog weer een afdruk. En al die dingen kun je dus door elkaar en over elkaar drukken.

Het leuke is dat je veel kunt uitproberen in een korte tijd omdat het best wel snel gaat en je op meerdere papieren tegelijk bezig kan zijn. Ik heb iedere les minimaal vier, maar vaak wel acht of meer werken onder handen. Ik combineer, probeer uit. Soms wordt het erg mooi, vaker iets ertussen in en soms gewoon saai of stom. Ik druk wel eens een plaatje ergens overheen en denk dan daarna: ‘had ik dat maar niet gedaan’. Gummen kan niet (weer iets erover heen wel: er is altijd nog zwart).

Wat ik ondertussen geleerd heb is dat niet ieder werkstuk 10 lagen of meer nodig heeft. Soms is één genoeg en moet je er gewoon verder niet meer aankomen. Ook al zorgen meer lagen voor een gelaagdheid (duh!): meer is niet altijd beter. Weten wanneer je moet stoppen blijkt hier net zo belangrijk als bij andere vormen van kunst. Dat er voldoende wit te zien blijft ook.

Mijn resultaten zijn soms heel uitgesproken en soms heel delicaat. Dat ligt ook een beetje aan het verschil tussen het drukken van de stoffen of van de rest van het plastic plaatje. Soms lukt het me om deze twee kanten te combineren en dat zijn misschien wel de mooiste. Een paar stukken stof, die minder doorlatend zijn (en dus een duidelijkere vorm achter laten) combineren ook goed.

Ik merk dat ik het interessant vind om materiaal op verschillende manieren te gebruiken en dat elkaar weer te laten beïnvloeden. Dat ik textiel kan gebruiken om mee te drukken, maar ook weer kan bedrukken vind ik fijn. Ik heb ook bedrukte stukjes stof (waar dus nog inktrestjes op zitten) weer gebruikt in ander werk. En weet je nog dat project met die uit elkaar gehaalde knuffels? Daar heb ik ook stukjes van gebruikt om mee te drukken.

Er zitten nu vooral een heleboel vragen in mijn hoofd. Wat gebeurt er als ik stoffen aan elkaar naai en die afdruk? Wat gebeurt er als er in een lapje een gat zit? Wat voor effect geeft dat? Wat voor vormen vind ik mooi? Welke kleuren drukken mooi over elkaar? Kan je ook met leer drukken? En met schuurpapier? Zou je het zien als je stof schuurt? Kun je met lapjes een landschap bij elkaar drukken?

Met deze zoektocht ben ik nog lang niet klaar, maar vanaf volgende week gaan we weer een andere techniek uitproberen (ook leuk). Gelukkig lijkt het erop dat ik binnenkort op een andere plek gebruik van maken van een drukpers en daar verheug ik me al op, want ik denk dat ik nog lang niet uitgespeeld ben met het monoprinten.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *