doen,  olieverf,  portret,  Zelfportret Eos

Hoe is het met mijn zelfportret als Eos afgelopen?

Precies een jaar geleden schreef ik een blog over het plan om een zelfportret met mezelf als de godin Eos te gaan schilderen. De belangrijkste reden om voor Eos te kiezen was indertijd de symboliek van de dageraad: een nieuw begin, mezelf zijn en er iedere dag opnieuw het beste van maken. Mijn doel was om in 2022 een geschilderde versie af te maken. Is dat gelukt?

Toen ik vorig jaar dag blog schreef had ik net referentiefoto’s laten maken door Nettie Bremer. Een vriendin van mij die fotograaf is. De foto’s die zij van mij maakte, waren zo mooi, dat het ik mezelf daarna wel moest pushen om ze als uitgangspunt te nemen voor iets dat nooit zo kwalitatief goed zou kunnen worden.

Hoe pak je nu zo’n soort project aan? Ik wist wel wat ik wilde zeggen, maar niet goed hoe ik het moest uitvoeren. Mezelf als godin van de dageraad om te symboliseren dat er nog zoveel in het verschiet lijkt te liggen, is een enorme boodschap.

Ik ben begonnen met losse schetsen – zowel in potlood en houtskool als met aquarel – om de voorstelling een beetje in mijn vingers te krijgen. Snel werd me duidelijk dat ik me wilde concentreren op het hoofd, iets meer ingezoomd dan op de foto. En dat ik de ogen centraal wilde zetten. Die zien ten slotte de zon opkomen in de verte.

HET zelfportret

Toen vond ik mezelf klaar voor het grote werk. Een doek van 50×70 centimeter: mezelf pontificaal erop. Met olieverf op waterbasis. Het duurde een maand of wat voordat ik ook daadwerkelijk met houtskool de belangrijkste lijnen had gezet. Ik was bang. Bang dat het zou mislukken, bang dat ik het niet zou kunnen, bang dat het niet zo zou worden als dat ik het in mijn hoofd had. Toch gedaan. In april stond er eindelijk een opzet in gebrande siena op het doek.

De maanden kropen voorbij. Mijn hoofd zet helemaal bij de landschappen die ik wilde maken voor de tentoonstelling in De Wijngaard. Eos moest wachten tot na de opening begin september. Ik heb in mijn schetsboeken (waarin ik bijhoud wat ik zo al doe) teruggebladerd en vond dat ik op 7 september begonnen ben met de achtergrond blauw schilderen. Een week later volgde een eerste laag op het gezicht.

Drogen. Een tweede laag. Weer drogen. Een derde laag … je raadt het al… drogen. Ik denk wel dat ik me zekerheid kan zeggen dat dit het schilderij is waar ik tot nu toe het langste aan gewerkt heb.

Ondertussen heb ik het niet over mezelf als ik aan dit schilderij refereer, maar over Eos. Ze lijkt op mij, maar is tegelijkertijd ook totaal iemand anders. Ik neem haar regelmatig mee naar De Toets. Meestal herkennen ze wel dat ik het model ben, of misschien mijn dochter? Dan krijg ik bruikbare aanwijzingen over dingen die ik kan aanpassen. Terwijl de weken verstrijken worden de veranderingen kleiner.

Vanmiddag heb ik de laatste streepjes verf gezet. De tanden nog net wat lichter, onder de mond nog net wat donkerder. Het is niet perfect. Ik heb op sommige delen veel te lang doorgewerkt en de plaatsing van het hoofd is niet precies zoals ik had gewild (ik moest aan de bovenkant een stukje aan schilderen om het kloppend te krijgen). Ik vind de huiskleur niet overal even mooi en zo kan ik nog wel wat dingetjes opnoemen. Maar ik denk dat het er niet beter meer van gaat worden als ik door blijf werken. Op[ een gegeven moment moet je ook stoppen.

Ik ben trots op dit schilderij. Ik heb er veel van geleerd. Het is de eerste keer dat ik op deze manier een portret heb opgebouwd. En ik denk ook wel de eerste keer dat ik zo’n uitgedachte boodschap had voordat ik begon met schilderen. Het resultaat komt redelijk in de buurt van wat ik in mijn hoofd had. Ik ben ook trots dat ik het heb afgemaakt. Schildertechnisch kan het beter. Maar op sommige plekken zie ik een losheid die ik graag verder wil ontwikkelen. Dat neem ik mee naar een volgend portret. Wat dat die er gaat komen, weet ik 100 % zeker.

2 Comments

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *