doen,  landschap,  life,  olieverf

Drie redenen waarom ik graag naar het Open Atelier ga

Sinds de zomervakantie ga ik vaak op vrijdagochtend naar De Toets. Dan is er Open Atelier: dus geen programma en geen begeleiding, maar ruimte om aan je eigen werk te werken. Ik heb er al meerdere landschappen afgemaakt. Ik merk dat ik het er prettig werken vind. Hieronder de drie belangrijkste redenen.

1. Minder afleiding dan thuis

Hoewel ik ondertussen zelf thuis ook een prettig atelier heb, vind ik het nog steeds best moeilijk om me daar ook echt terug te trekken en meerdere uren achter elkaar door te werken aan hetzelfde. Wat kies ik om te doen? Materiaal genoeg, ideeën genoeg, maar welke voer ik uit? En het is thuis zo makkelijk om thee te gaan halen en dan te blijven scrollen op mijn telefoon. Om even de was te gaan ophangen, de krant te gaan lezen of om toch maar eerst te gaan wandelen in plaats van te gaan schilderen (want nu is het nog licht).

Als ik naar het Open Atelier ga, besluit ik van te voren wat ik ga doen. Het zijn vaak schilderijen waar ik meerdere weken achter elkaar aan werk, of die in ieder geval tussendoor moeten drogen voordat ik er daarna weer mee verder kan. Ik neem dan alleen dat werk mee en moet er dan dus ook wel aan gaan werken. Iedereen is, soms met muziek als achtergrond geluid, bezig met zijn eigen werk. Dus dat doe ik dan ook. Ik denk dan af en toe wel: ik weet het niet meer, maar omdat iedereen zo braaf doorwerkt, neem ik ook maar weer een penseel ter hand. Het zorgt ervoor dat ik schilderijen vaker af maak.

2. Nuttige feedback van andere schilders

Als mensen even afstand nodig hebben van hun eigen werk, hebben ze de gewoonte om een beetje rond te gaan lopen om te kijken waar de anderen mee bezig zijn. Dit leidt ertoe dat ik regelmatig een praatje maak met andere schilders over mijn werk. Ik krijg dan gevraagd en ongevraagd advies. Dat zuig ik dan op en bedenk wat ik daarmee moet. Vaak heb ik er wat aan.

Vandaag was ik met mijn zelfportret bezig. Dan vind ik al die aanwijzingen wel fijn. Dat lijntje moet iets schever, iets meer lucht onder de kin. De pupillen zitten nog niet op de goede plek. Het zijn aanwijzingen die de gelijkenis met de foto vergroten. De manier waarop ik dan vervolgens uitvoer is aan mij.

Aan het einde van iedere sessie, bespreken we met elkaar het werk dat iedereen gemaakt heeft. Om de beurt worden de werken uitgelicht en in het midden gezet. Dan krijg je ook reacties. Daar komen soms nog weer andere dingen uit, dan wat je tussendoor al gehoord hebt. Afstand geeft weer nieuwe inzichten.

Bij landschappen vind ik het commentaar soms lastiger. Het gaat dan voor mijn gevoel minder om de gelijkenis met de foto, maar meer om mijn interpretatie. Dat voelt dan gelijk persoonlijker (gek hè, je zou denken dat een zelfportret persoonlijk zou voelen). Soms dan neem ik het commentaar te makkelijk aan als verbeterpunten. Je moet zelf scheiden wat je van het commentaar wel en wat je niet kunt gebruiken.

3. Koffie (met voor mij thee) pauze

Het Open Atelier begint om half tien. Ik red het bijna nooit om er ook echt om half tien te zijn. Hoewel ik dan al lang wakker ben en ik me altijd voor neem vandaag wél precies om half tien op het atelier te zijn, ben ik bijna altijd vijf tot tien minuten later. Ik ben blijkbaar het opschieten gewoon verleerd de afgelopen jaren (lucky basterd).

Heel vaak wordt er begonnen met koffie, dus als ik dan binnenkom, pruttelt het apparaat al lekker door. Ze weten dat ik thee drink en dan staat er al een kopje thee voor me klaar. Dat vind ik wel echt heel prettig de dag beginnen. Even samen aan de bar zitten. Koekje erbij (vandaag amandel tongen a 78 calorieën de tong). Soms gaat het geklets nergens over, soms over privé dingen, het huis, de (klein)kinderen. Soms bespreken we de politiek, de kunstmarkt, het schilderen zelf of tentoonstellingen die mensen hebben bezocht.

Vaker is De Toets zelf onderwerp van gesprek. Dingen die georganiseerd worden (eind november gezamenlijke tentoonstelling in de bibliotheek van Zeist), de appreciatieavond of workshops (Jan Pieter Foppen komt terug!). Terugkerend onderwerp zijn natuurlijk de begeleiders: naar wie ga jij / ben jij geweest? Was het wat? Moeten begeleiders meer les geven of juist niet, wat voegt een begeleidend docent toe? Ik heb het gevoel dat ik De Toets steeds beter leer kennen.

2 Comments

  • Marianne

    Wat een leuk stukje! Voor mij voelt het net zo. Hoewel ik op mijn atelier wel doorwerk. Lekker hard de muziek. Alleen alles beslissen heeft ook weer voordelen. Je moet meer durven.

    Maar de feedback en het samen schilderen is super inspirerend!

    • uiltje48

      Meer durven is voor mij wel een belangrijke bij het schilderen. Dat pleit er dan wel voor om ook voldoende tijd in mijn eigen atelier in te plannen 😉 Alle twee is waarschijnlijk een goede combinatie.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *