les,  lezen,  potlood,  tekenen

Het belang van de negatieve ruimte (Betty Edwards II)

In oktober had ik meer dan 1000 bezoekers op mijn site. YES! Daar zitten mensen bij (hoi mam!) die vaak komen kijken, maar ook mensen die op mijn site komen vanwege een onderwerp dat ze interesseert. Het meest gelezen blog gaat over Betty Edwards, bedenker van een van de beroemdste tekenmethodes. Overal in Nederland kun je nog tekenlessen volgens haar methode volgen.

Even een korte recap: Betty Edwards ontwikkelde in de jaren zeventig een tekenmethode waarbij ze de nadruk legde op het kijken naar vlakken en lijnen zonder gelijk te interpreteren wat ze voorstellen. Ga je een oog tekenen, dan ben je geneigd gebruik te maken van de vele referenties in je brein naar hoe een oog eruit ziet, terwijl als je werkelijk kijkt, dan zie je heel iets anders. En het gekke is dat juist als je dat beeld van een oog los laat en je concentreert op de lijnen en vlakken, je een oog tekent dat veel meer lijkt op een oog.

Betty Edwards geeft in haar boek Drawing on the right side of the brain een paar manieren om je los te maken uit dat invullen door je eigen brein, denk aan op zijn kop natekenen en blind contourtekenen. Dat laatste is iets wat ik zelf ook graag doe, zeker als ik me vastgelopen voel. Je blijft dan zoveel mogelijk kijken naar datgene wat je wilt tekenen. Stel je voor dat je met de punt van je potlood de contouren van het object volgt. Doe dat langzaam en vol aandacht, als een miertje dat in de zomerzon zijn weg zoekt. Je aandacht volledig bij het object geeft een aparte, maar wel vaak ware tekening.

Het boek gaat vervolgens door op de vijf elementen waaruit de vaardigheid van het tekenen bestaat: lijn en het besef dat de ruimte tussen twee lijnen ook iets is; over ruimte en tussenruimte, proportie, licht en schaduw (tonen) en als laatste: ‘het totaal plaatje’. Dit zijn elementen die je in de meeste tekenboeken wel terug vindt. Lijn, vorm en toon zijn altijd belangrijk.

Voor mij was vooral het hoofdstuk over ruimte van invloed. Het besef dat de ruimte tussen de elementen die je tekent net zo belangrijk is als de elementen zelf was een eyeopener. Deze tussenruimte noem je ook wel negatieve ruimte. Het is juist de negatieve ruimte die zorgt voor eenheid in je tekening. Het negeren ervan leidt omgekeerd tot onrust. Mensen blijken over het algemeen te houden van kunstwerken met een grote nadruk op de negatieve ruimte.

Het kijken naar de negatieve ruimte kan je ook helpen bij het tekenen. Die vormen zijn niets, dus hebben je hersenen die niet al ingevuld. Als je bijvoorbeeld een hond wilt tekenen maar je krijgt de poten niet goed, dan is het een goed idee om te focussen op de ruimte tussen de poten.  Ik heb een filmpje toegevoegd van iemand die laat zien hoe je door gebruik te maken van de negatieve vormen makkelijker (en minder gericht op wat je eigenlijk tekent) je vorm kunt bepalen.

De klassieke Betty Edwards oefening hierbij is het tekenen van een stoel. Een typische vorm die ook veel negatieve ruimte bevat (denk alleen al aan die vier poten en een stel leuningen). Zet een denkbeeldig kader om je stoel heen, zodat je ook aan de buitenkant duidelijke restruimte ziet. En dan tekenen maar. Niet de stoel, maar alle andere vormen die je ziet en dan ontstaat vanzelf de stoel.

Het is een tijdje geleden dat ik met Betty Edwards bezig geweest ben en ik merk dat het nuttig is om dit voor mezelf te herhalen. Ik teken voor jullie een stoel door op de negatieve ruimtes te letten, maar dat vond ik best moeilijk. Misschien goed om vaker te doen!

2 Comments

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *