lezen,  mind,  ruimtelijk

Wat is belangrijker: het verzinnen of het uitvoeren van een kunstwerk?

Ik probeer de grote stapel ongelezen boeken in mijn eigen kast te verkleinen en dat levert regelmatig leuke verrassingen op. Zo las ik onlangs met veel plezier de roman Gezel in Marmer van Anjet Daanje. Dit boek gaat over beeldhouwen, maar ook over de oorsprong van ideeën en de vraag ‘wat maakt iemand tot kunstenaar’? Is dat het idee hebben of hem uitvoeren?

Anjet Daanje schreef deze roman in 2006, ik kocht het een paar jaar geleden toen ze met de romans De herinnerde soldaat (staat nog op mijn wish-list) en Het lied van de ooievaar en dromedaris (gelezen) bekend werd. Dat Gezel in marmer gaat over het kunstenaarschap én over een zeer verweven vriendschap sprak me aan. Toch heeft het boek dus lang op de plank liggen wachten voor ik hem ook daadwerkelijk ging lezen.

Maar toen ik er eenmaal aan begon, las ik het ook wel in één keer weg. Ondanks de vele beeldhouwtermen die erin voorkomen, vond ik het geen moeilijk boek om te lezen. De hoofdstukken zijn overzichtelijk en van een lengte dat ik steeds opnieuw dacht: ‘vooruit, nog eentje dan.’  Doordat de tijd per hoofdstuk steeds verspringt, blijf je geprikkeld en nieuwsgierig hoe alles in elkaar gaat vallen.

Het boek gaat over een vrouwelijke steenhouwer (zelf noemt ze zich graag artigiano) Nan. Zij voert opdrachten uit voor beeldhouwers. Zo is zij achter de schermen degene die alle beelden van de beroemde Marin Slingerland uitvoert. Marin krijgt alle credits, van Nan heeft het publiek nog nooit gehoord. Zo hoort het ook volgens Nan: ze heeft een groot ontzag voor de bijna goddelijke kracht die ze aan de beeldhouwers toedicht. Zelf heeft ze vroeger ook de kunstacademie geprobeerd, maar vond zichzelf niets nieuws toevoegen. Al haar eigen ideeën herkende ze als kopieën. Kunstenaars die wel echt kunnen scheppen, daar heeft ze veel bewondering voor.

Marin voelt zich op haar beurt weer geen ‘echte’ beeldhouwer omdat ze geen flauw benul heeft hoe ze haar kleimodellen kan omzetten in steen. Daarvoor is ze geheel afhankelijk van Nan. Waar Nan veranderingen doet om lijnen en vormen beter uit de steen te laten komen, laat ze dat toe. Ook als ze het er niet mee eens is. Ze voelt zich toch al schuldig omdat ze jaren een affaire heeft met de man van Nan, die ook beeldhouwer is. Guus (of Güsta) is geen bekende kunstenaar, maar wel eentje volgens de klassieke stereotypen.

Nan is heel lang tevreden met haar rol op de achtergrond, om deel uit te maken van het magische proces van kunst, door werken uit te voeren die anderen op geniale wijze hebben bedacht. Het gaat mis als ze merkt hoe zeer de door haar bewonderde Guus en Marin ook naar andere beeldhouwers kijken en gebruik maken van wat er al is om tot hun eigen werk te komen (en vaak nog zonder dat ze het lijken te beseffen). Ze raakt haar met haar bewondering haar motivatie kwijt, met allerlei gevolgen van dien, die je zelf maar moet gaan lezen 😉

Vroeger dacht ik net als Nan, dat je als kunstenaar een geniaal idee nodig had om kunst te kunnen maken. Mijn armzalige pogingen vond ik daar totaal niet bij in de buurt komen. Hoe zou ik me ooit kunnen meten met kunstenaars als Monet, Matisse of Rembrandt? Kan ik ooit iets verzinnen dat niet ergens te maken heeft met iets dat ik eerder gezien heb? Er is al zoveel gemaakt. Alles wat je om je heen ziet, is al een keer geschilderd en ook wel vanaf verschillende standpunten en met verschillend materiaal.

MAAR…

IK heb het nog niet eerder gedaan. Mijn hand heeft het niet gedaan. Mijn hoofd heeft zich er nog niet mee bezig gehouden. En daarmee is het nog nooit op mijn manier gedaan. De oplossingen die ik verzin zijn uniek omdat het MIJN oplossingen zijn. Het toont wie ik ben en wat ik belangrijk vind. Ik maak mijn eigen keuzes in kleur, techniek en onderwerp. Daarmee is mijn werk natuurlijk niet geniaal, maar wel origineel (want alleen van mij).

En is dan dat idee (geniaal of niet) belangrijker dan de uitvoering? Daar worstelen Marin en Nan allebei mee. Waar Nan eerst tevreden is met haar ondergeschikte rol, gaat dat wel steeds meer knellen. Het ambacht wordt minder gewaardeerd dan het kunstenaarschap, maar zonder de uitvoering heb je ook geen kunstwerk. Je werk (of delen ervan) door anderen laten uitvoeren was vroeger heel gewoon. Kunstenaars als Rembrandt hadden een heel atelier vol leerlingen die delen van het werk uitvoerden.

Persoonlijk vind ik beide elementen van even groot belang. Het idee waarmee ik begin, verandert altijd gedurende het maakproces. Mijn werk is aan het einde nooit zoals ik het me voor me zag aan het begin. Er gebeuren altijd dingen die ik niet had verwacht en door daarop te reageren ontstaat het uiteindelijke kunstwerk. Ik kan het een niet los zien van het ander.

Kortom een boek dat aanzet tot overdenking. Een aanrader voor als je geïnteresseerd bent in artistieke processen en menselijke interacties.

2 Comments

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *