compositie,  doen,  kleur,  landschap,  olieverf

Doorwerken op een tekening

Begin februari schreef ik in een blog dat ik op tekeningen waar ik niet helemaal tevreden over ben – maar waar wel iets in zit – zou moeten doorwerken tot ik echt tevreden ben. En niet iets maken, afkeuren en iets heel anders gaan maken. Ik nam me voor om dit uit te proberen met een verfschets die ik maakte van een rotspartij. Hoe is het me vergaan?

De verfschets is gebaseerd op een vakantiefoto uit de Vogezen. Ik heb meerdere versies van dit landschap gemaakt en dit werk concentreert zich op een rotspartij die ongeveer een derde van de foto beslaat. De bovenste helft van het vel is rustig en vrij schraal geschilderd, de onderste helft is opgebouwd uit verfstreken in verschillende kleuren naast – en soms deels over – elkaar geplaatst. Je kunt eigenlijk niet echt meer zien dat het rotsen zijn, maar je krijgt er wel een landschapsgevoel bij.

Mooi vind ik het contrast tussen de rustige lucht en de verftoetsen in de rotsen, dat er lucht (wit) in de rotspartij zit en dat je de toetsen zo duidelijk ziet. Wat ik minder geslaagd vind is de plaatsing van de horizon. Die voelt te recht en te veel in het midden. De toetsen in de rotspartij vormen niet overal een mooi afwisselend patroon. En hoewel de kleuren voor mijn doen helder zijn gebleven, weet ik niet of ik ze mooi vind bij elkaar.

In dit werk heb ik geoefend met het gebruik / effect van dunnere en dikkere verf. Door meer water toe te voegen bij de olieverf op waterbasis, krijg je een aquarelachtig effect, maar dan met meer kracht in de kleur (en iets minder transparantie). Alleen ik heb de twee werelden strikt gescheiden gehouden door de lucht met waterige verf te schilderen en het land met duidelijk zichtbare dikkere verfstreken.

Ik neem mij voor om in de volgende versies van dit onderwerp meer te variëren met de plek van de horizon en nog meer te spelen met water (niet alleen in de lucht meer water toevoegen, maar ook op andere plekken) en meer te variëren met mijn toets. Qua kleur besluit ik juist om minder kleuren te gebruiken, maar met die kleuren meer nuances te mengen.

Aan de slag

Ik schilder drie verschillende versies. Weet eigenlijk niet meer met welke ik begonnen ben. Ik heb niet meer naar de foto van het oorspronkelijke landschap gekeken, maar de verfschets als uitgangspunt gebruikt. Bij alle drie heb ik de overgang tussen rotsen en lucht schuiner gemaakt en iets minder in het midden.

Over eentje ben ik gelijk tevreden. Die heeft mooie vlekken, verschillend gebruik van verf en wit dat nog door de toetsen heen schemert. Het wit zou je kunnen interpreteren als rots, de groene bovenkant zou lucht kunnen zijn, maar ook gras of andere natuur. Ik vind ook leuk hoe er in de rechter hoek nog wat vaags te zien is. Dat geeft een beetje diepte.

Toen een week later alles min of meer droog was, heb ik de andere twee nogmaals onder handen genomen. Nummer twee voelt nog wat leeg. Ik heb op deze versie meer lijnen staan, die de vormen van rosten suggereren. Het effect van deze lijnen vind ik wel mooi, maar het oogt nog wat weinig een eenheid. Ik voeg een hele dunne lila laag toe, die uitloopt over de vorige toetsen. De extra kleuren die daardoor ontstaan vind ik erg mooi.

Omdat alles nu wel weer wat te donker oogt, zet ik met een paletmes wat klodders lichtblauw op verschillende plekken. Ik doe wat pasta bij deze verf, zodat het dikker wordt.  Als ik er nu (tijdens het schrijven van dit blog) naar kijk, zit het blauw soms onder het lila en soms erboven op. Dit is trouwens de enige versie waarin het geel van de oorspronkelijke versie nog in terug te vinden is. Ik vond dat niet mooi en heb het meeste weer afgedekt. Maar als ik er nu naar kijk, vind ik dat dat kleine beetje geel wel voor extra levendigheid zorgt.

Over de derde versie was ik na het toevoegen van waterig paars en dikker licht nog steeds niet tevreden. Na weer een week drogen heb ik met glaceervloeistof verdunde verf (ik weet niet meer precies welke kleur, maar het lijkt me groenig) de lucht en een stuk van de voorgrond donkerder gemaakt. Hierdoor komt het wit beter naar voren. Hiermee ben ik ook tevreden over nummer drie.

Oké. Wat nu? Hetzelfde nog een keer doen, voelt niet goed. Dat is een herhaling van zetten. Ik probeer hetzelfde met andere kleuren te doen. Ook dat voelt niet goed. Het resultaat is te mechanisch. Ik ben mijn interesse kwijt. Ik merk dat ik me niet meer kan zetten tot andere varianten.

Kunnen ze nu naast elkaar bestaan als drie gelijkwaardige werken? Of moet ik nu kiezen welke van de drie ik het beste vind? Het is wel grappig dat ik vandaag nummer één, waar ik direct tevreden over was, nu wat weinig gelaagd vind (maar wel transparant en luchtig). De laatste is misschien wel iets te veel doorgewerkt. Dus als ik moet kiezen, kies ik voor de middelste. Maar als ik ze bekijk zie ik bij alle drie wel stukjes die ik beter of slechter gelukt vind.

Een deel van mij denkt: moet ik dan eigenlijk een volgende serie maken waarbij ik die pluspunten probeer te verwerken in één masterversie? Een ander (groter) deel van mij is wel klaar met het onderwerp. Het voelt alsof ik aan het einde ben gekomen van het door ontwikkelen van dit steeds kleiner wordende stukje van het oorspronkelijke landschap. Voor nu ben ik hier wel klaar mee. In ieder geval voorlopig…

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *