aquarel,  inspiratie,  ontmoetingen,  schrijven

Words Speak, Images Call – Chris Reinewald over schrijven en schilderen

Nu ik de afgelopen maanden ook weer volop aan het schrijven ben geweest, kwam ik erachter dat mijn vroegere hoofdredacteur van Museumvisie, Chris Reinewald de Gerrit Rietveld Academie heeft gedaan en dus dezelfde dubbele interesse heeft. Hij blijkt ook een liefhebber van aquarel. Tijd voor een ontmoeting: hoe werkt die combinatie voor hem?

Chris besefte al jong de kracht van zowel schrijven als tekenen. ‘Toen ik elf jaar was maakten we op de lagere school met de klas een boekje, dat ter gelegenheid van de Kinderboekenweek ook echt in de winkel lag. We schreven gedichtjes en verhaaltjes en maakten daar tekeningen bij. Mijn naam zwart op wit zien. Dat vond ik geweldig. En ik dacht: dit is wat ik wil: schrijver of reclametekenaar worden.’

De werkkamer van Chris in zijn huis op IJburg – Amsterdam – toont zijn dubbele passie. We zijn omringd door grote boekenkasten. Naast een heleboel boeken over kunst is er ook een sectie over China, over vormgeving én is er ook een flinke kast met fictie. Ik voel me hier gelijk thuis. Gedurende het gesprek trekt hij vaak een boek uit de kast, laat me zien welke kunstenaars hij waardeert en waarom. Van Hockney tot Koen Vermeule en via Jongkind naar Morandi en zijn grote held Turner.

Tijdens zijn middelbare schoolperiode, waarin er veel aandacht was voor cultuur, besloot Chris dat hij naar de kunstacademie wilde. Iets dat na meerdere afwijzingen uiteindelijk lukte. ‘Vergeleken met het lyceum ervoer ik de schilder- en grafiekafdeling van de Rietveld waar ik zat, meer als een artistiek soort ambachtsschool. Leraren hadden een grote invloed. We kregen veel modeltekenen en slaapverwekkende kunstgeschiedenislessen. Onze docent begon met de oude Grieken en hield ergens rond 1950 op.’  

Nieuw maar niet wild
Schrijven voor kranten en tijdschriften doet Chris al sinds de academie: ‘Het was een goede manier om wat bij te verdienen. Betogen schrijven vond ik op de middelbare school al erg leuk. Toen ik het CJP-blad Plug las, viel het me op dat er zo weinig aan hedendaagse kunst gedaan werd, en ik schreef dat aan de hoofdredacteur.’ Chris kreeg de kans om dat gat zelf te vullen. ‘Ik besprak schilderijen uit de vaste collectie van het Stedelijk met een voor- en een tegenstander. Ik schreef letterlijk op wat ze ervan vonden. Met een huisschilder naar een tentoonstelling over Willem De Kooning: die vond dat afschuwelijk werk.’

‘Ik ben in 1982 afgestudeerd met grafiek van wegdekken, pastels van auto’s en neo-impressionistische schilderijtjes. Maar het was ook de tijd van De Nieuwe Wilden. Wij waren nieuw maar absoluut niet wild. Na de academie deden we ons eigen ding. Werk verkopen was niet perse de bedoeling. Je wilde jezelf vooral in de kijker krijgen.’ Chris hielp bij kunstenaarsinitiatief Aorta mee met het schrijven van een catalogus en kon meerdere keren exposeren in de gekraakte, voormalige drukpershal van het Algemeen Handelsblad aan de Spuistraat in Amsterdam. ‘Voor mijzelf was mijn ideaal publiceren én beeldend kunstenaar zijn.’

Tijdens een reis door de VS  begon hij steeds meer te twijfelen aan zijn kunstenaarschap. ‘Wanneer ik Amerikanen vertelde dat ik beeldend kunstenaar was, vroegen ze steevast: en wat verdien je daarmee? “Nog niets,” zei ik, “maar ik schrijf ook; als kunstjournalist.” “Oh, maar waarom doe je dat niet permanent?” Dat zette me wel aan het denken.’ Na terugkomst raakte de actieve beeldende kunst op het tweede plan.

‘Ik zag ook op een gegeven moment aan mijn werk terug welke tentoonstellingen ik gezien had. Zo herkende ik bijvoorbeeld de kleurrijke wandsculpturen van Richard Tuttle in mijn eigen werk. Op de Rietveld was er een jongen die precies als Hockney tekende. Je zo spiegelen aan een bepaalde kunstenaar is gevaarlijk. Ik besefte: wacht eens even, nu doe ik hetzelfde! Het beviel me ook een beetje te goed op mijn atelier. Het was beter voor mijn karakter om meer naar buiten te treden.’

Denken in beelden
In de journalistiek bleek de Rietveld een toverwoord: daarmee gingen voor Chris veel deuren open. ‘William Lindhout, mijn leraar waarmee ik nadien bevriend geraakt was adviseerde mij contact te zoeken met het Parool. Ik mocht daar – onder eigen naam – galerie-exposities bespreken. Daarna kon ik ook voor zo’n zes à zeven tijdschriften schrijven. Maar het voelde wel dubbel. Voor ons op de Rietveld gold het als een zwaktebod wanneer je de kunst los liet. Dan was je een soort verrader. Nu was ik zelf ook zo iemand geworden.’

In 1997 werd Chris hoofdredacteur van Items, een tijdschrift over design en vormgeving: een onderwerp dat hem al sinds zijn academietijd interesseerde, ook al deed hij de “vrije” afdeling. ‘Op de Rietveld zaten achter alle deuren mensen dingen te maken: filmpjes, grafisch ontwerpen, sieraden, textiel, glas, keramiek. Bij toegepaste kunst zorgt vaak ook de techniek voor inspiratie. Dat proces vind ik fascinerend. Ik probeer in mijn artikelen daarom altijd aandacht te besteden aan hoe iets is gemaakt.’ 

Bij Items voelde Chris dat hij ook iets kon doen met zijn beeldende opleiding. ‘Als het uitkwam maakte ik (onder pseudoniem) een illustratie – vaak een collage – of ik schetste voor de vormgevers wat mij een mooie cover leek. Dat voelde goed. Er wordt vaak badinerend gedaan over kunstacademies wat betreft hun toekomstperspectief. Dat iedereen erna een geslaagd kunstenaar wordt is natuurlijk niet zo. Je leert op de kunstacademie je creativiteit te gebruiken.’

‘Vaak lees je bij een schrijver die ook schildert hoe goed hij naar de dingen kijkt. Extra aandachtig details in je opnemen. Denk bijvoorbeeld aan Jan Wolkers. Zelf vind ik het leuk om gekleurd te schrijven, gebruik graag een beeldende typering. Ik denk in beelden.’

IJburg als inspiratiebron
Nadat Chris voor de journalistiek koos, werd hij een ‘vakantieschilder’ en aquarelleert hij met vlagen. ‘Aquarel vind ik mooi omdat je het zo ziet groeien. Ik begon er al mee op de middelbare school – door mijn enthousiaste tekenlerares. Op de academie werd er weinig mee gedaan. Als techniek vind ik het spannend om te onderzoeken hoe lang je ergens mee door kan gaan voordat je het bederft. Soms als het mislukt, neem ik er een stukje uit en dan ga ik daar weer op door. Ik werk buiten op het balkon zodat mijn werk kan drogen in de zon. Het is een fijne plek.’

Er komt een niet al te grote doos op tafel, vol met aquarellen op A4 formaat. Veel landschappen, wolkenluchten, de zee, maar ook portretjes van zijn kleinzoontjes. Het door water omringde landschap op IJburg vormt een inspiratiebron: ‘Soms kun je aan de kustzijde in de winter zelfs het Noorderlicht zien. Het wordt hier heel donker. Aan de andere kant in het oosten tegenover Diemen lag heel lang een
vuilnisbelt. Die heeft men uiteindelijk met metaal afgedekt en ingegraven. Dat is nu het Diemerpark. Door de veelal lage bosschages en struiken lijkt het daar een beetje op een steppe.’

Net als ik probeert Chris het formaat van zijn aquarellen te vergroten. ‘Laatst dacht ik dat ik het gevonden had. Toen heb ik een kleine geslaagde aquarel ingescand en in zes stukken geknipt om vervolgens die stukken te vergroten, opnieuw te schilderen en dan weer te combineren. Zo heeft Hockney het ook ooit gedaan, met een zwembad-serie. Maar bij mij werkte het niet zoals ik had gedacht: het resultaat bleef geforceerd.’

‘Later ben ik opnieuw naar die losse vellen gaan kijken, naar wat het was geworden. Ik zag gelijkvormige dingen, blauwe dingen en stukjes waar je nog wc-papier zag van het deppen. Juist die toevallige elementen bleken interessant. Van twee delen heb ik nu een nieuw landschap gemaakt. Deze nieuwe compositie zegt me iets. Het is niet meer de werkelijkheid maar de sfeer van de plek is er wel.’

Chris vertelt dat hij niet veel met zijn werk doet. ‘Het plezier zit in het maken. Ik vind het wel leuk om te zien dat er nog een ontwikkeling in zit. Dat ik niet ben doorgebroken voelt soms wel treurig. Maar het is het lot van veel kunstenaars. Dat moet je accepteren. Toen mijn eerste vriendin en klasgenoot op de Rietveld stierf heb ik een geërfd stadsgezicht van haar aangeboden bij het Amsterdam Museum. Dat leek mij een mooi eerbetoon. Maar het museum bedankte. We konden het beter thuis ophangen en er van genieten.’

Woord versus beeld
Chris heeft voor het schrijven gekozen. Een keuze waar hij achter staat. ‘Een boek maken is toch de real stuff.’ Kunstenaarsboeken, vaak op basis van ruilhandel, daarin vindt hij een goede combinatie van de Rietveld en het schrijven. ‘Op school was onze ambitie voor ons 28ste in het Stedelijk te komen. Dat is gelukt. Niet als kunstenaar maar wel als schrijver van een Engelse kunstgids.’ Een paar jaar terug kwam daar nog een boekje over Keith Haring  bij.   

‘Mijn motto is Words Speak, Images Call wat impliceert dat ik het beeld belangrijker en primairder vind dan het woord. Mijn kleinzoon Freek kan nog niet praten, maar wijst mij op zijn schoentjes en trekt mij naar de voordeur als hij erop uit wil. Mijn oudste herinneringen bestaan ook uit losse beelden. Nog steeds teken ik liever even snel een schetsje voor het te moeten verwoorden.’ Toch past de rol van schrijver hem beter: ‘Ik ben van nature vrij introvert. De brutaliteit die kunstenaars moeten hebben en het veinzen, die heb ik niet zo. Als beschouwer ben je meer een doorgeefluik. Het is niet de emotie van je eigen werk maar dat van een ander.’

Tips:

  • De oplossing van je probleem zit in je werk zelf. Je moet je werk blijven bestuderen, dan vind je de oplossing.
  • Een buitenstaander hoeft niet in je keuken te kijken wat en hoe je iets maakt. En je hoeft dat ook niet allemaal gedetailleerd te vertellen.
  • Niets meteen weggooien zonder er nog even goed naar te kijken.

Chris Reinewald heeft een eigen site: www.chrisreinewald.nl en is daarnaast te vinden op Facebook en You tube.


Bijschriften bij al het werk van Chris dat je op dit blog ziet
(van boven naar beneden en van links naar rechts):

  • ZZPer in musea, assemblage, illustratie Eenmansorkest
  • Herge Musee, collage illustratie
  • omslagillustratie Eenmansorkest voor Museumvisie, collage naar Verkade album Utrecht illustratie Bernard van Vlymen 1931
  • IJburg, aquarel
  • Freek bolle toet, aquarel
  • Publieksstromen, collage illustratie Eenmansorkest
  • Evenementenstress, collage tekening Eenmansorkest
  • Ecodrome afstoot, collage illustratie Eenmansorkest

One Comment

Laat een antwoord achter aan Je moeder Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *