compositie,  kunstgeschiedenis

Gulden snede of regel van derden?

Waar je wat neerzet op je werk heeft een bepaald effect. Inzoomen bijvoorbeeld zorgt ervoor dat de kijker zich betrokken gaat voelen, terwijl een piepklein huilend kindje in de verte veel minder emoties oproept. In mijn onderzoek naar de klassieke tekenkunst stuit ik op allemaal regels rondom compositie. Twee bekende zijn de klassieke gulden snede en de meer moderne regel van derden.

Compositie gaat over de manier waarop je de verschillende beeldelementen ordent tot één geheel. Je kiest altijd wat je gaat schilderen en hoe je het op je papier zet. Daarbij kies je wat je wel en wat je niet overneemt, wat het belangrijkste is en waar je de verschillende beeldelementen wilt neerzetten. Het effect van die verschillende keuzes is onderzocht, gemeten en in regels gevat.

De gulden snede

Een hele bekende regel met betrekking tot compositie is de gulden snede. In het boek De Klassieke school – tekentechnieken van Juliette Aristides vind ik een uitgebreide wiskundige onderbouwing van de Gulden Snede, waar ik helemaal niets mee kan. Ook met de definitie: ‘De gulden snede is de verdeling van een lijnstuk in twee delen in een speciale verhouding, waarbij het grootste van de twee delen zich tot het kleinste verhoudt, zoals het gehele lijnstuk zich verhoudt tot de grootste’, kan ik niet zoveel.

Het idee van deze vlakverdeling is terug te vinden bij de Grieken. Zij probeerden de wereld te begrijpen en er vat op te krijgen door er bepaalde systemen in te ontdekken. Orde geeft houvast en duidde volgens hun filosofie op intelligentie. Ze zagen ook orde in de natuur, denk maar aan het wisselen van de seizoenen of aan het feit dat er altijd weer een dag na de nacht komt.

In de natuur is veel diversiteit, maar er is blijkbaar toch een bepaalde verhouding die steeds terug te vinden is. En die is dus de basis van de gulden snede. Het zal je niet verbazen dat juist de kunstenaars in de Renaissance veel gebruik maakte van de gulden snede. De meeste voorbeelden die ik zie, vind ik een beetje saai.

In de uitleg van de regel zie ik plaatjes met schuine lijnen en punten op verschillende wiskundig berekende plekken. Ik kan me niet voorstellen dat ik zo precies ga zitten uitmeten waar een oog moet komen en of de lijn van een arm precies goed schuin loopt. Wat ik me wel kan voorstellen is, dat je achteraf over een werk denkt: hé wat is die harmonieus uitgevallen en dat je dan (ongeveer) die maten gebruikt blijkt te hebben.

Na de Renaissance wordt de gulden snede veel minder gebruikt. Harmonie is niet altijd het effect dat je zoekt. Emoties, dramatiek, beweging; elementen die vanaf de Barok meer een plek vinden in de kunsten, kun je met de gulden snede niet benadrukken. Ik lees op internet dat het in de architectuur en bij het ontwerpen van bijvoorbeeld logo’s nog wel vaak gebruikt wordt.

De regel van derden

Een compositieregel die ik wel gebruik is de regel van derden. Funfact: ik noemde dat de regel van drie, maar dat blijkt een rekenregel te zijn. Bij deze regel verdeel je het vlak in negen gelijke vlakken. Dat waar je de aandacht op wilt vestigen, zet je uit het midden op een van de snijlijnen van de vlakken. Je weet wel: zet je horizon niet in het midden, maar op een-derde of twee-derde. Ook deze regel zie je in schilderijen terug. Het is een makkelijker manier om balans in je schilderij te krijgen en wordt veel gebruikt in de fotografie.

Ik vond het heel interessant om op natuurfotografie.nl te zien dat je de regel van derden als een soort versimpeling van de gulden snede kunt zien. Hij laat dat zien aan de hand van twee foto’s van een lieveheersbeestje. Het verschil is dat bij de gulden snede de middelste baan iets smaller is dan bij de regel van drie. Het element waar je de aandacht op wilt vestigen (dus hier het lieveheersbeestje) staat bij de gulden snede iets meer naar het midden.

Op deze manier vind ik de gulden snede weer interessanter en ook toepasbaarder. Hoe ik dat punt precies moet berekenen, gaat nog even een aanslag op mijn wiskundig vermogen vormen. Ik ben wel benieuwd of er lezers zijn die op deze manier gebruik maken van de gulden snede, of is iedereen meer van de regel van derden?

One Comment

  • chris

    Voor mij waren destijds de 1/3e 2/3e vlakverdelingen op composities van Bonnard en Vuillard oogopeners. Zij baseerden zich – begreep ik en zag ik – uiteraard op de Japanse houtsnedes. En die hebben weer te maken met een andere leesrichting. Ik denk dat onze gewenning daarmee vooral van doen heeft. Het blijkt dat dyslectici vaak ook gehinderd worden doordat ze de woorden als te springerig ervaren en vooral daar last van hebben. Een 3 jarige krast en tekent vanuit het midden in de breedte en is nog niet bedorven door van links naar rechts lezen en kijken. Sterker nog: in het prille begin blijkt een mensje vooral ondersteboven naar de omgeving kijken gewoon te vinden.

Laat een antwoord achter aan chris Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *